Bij kwaadaardige tumoren van de blaas is er sprake van kanker van de binnenbekleding van de blaas. Deze tumoren zien er meestal uit als paddestoelen (met een steeltje). Ook goedaardige poliepen komen wel in de blaas voor, maar eigenlijk alleen bij jonge mensen (onder de twintig). Blaaskanker komt bij mannen vaker voor dan bij vrouwen en kan ontstaan na het 40e levensjaar, maar komt meestal pas boven de 60 jaar voor.
Klachten
Blaaskanker verraadt zich meestal doordat het fragiele kankerweefsel gemakkelijk bloedt, resulterend in een rode verkleuring van de urine. Hoewel zoiets toch een alarmerend teken is, gaan veel mensen die bloed in de urine zien hiermee niet direct naar de dokter. De bloeding houdt vaak vanzelf weer op, en het kan weken tot maanden ‘rustig’ blijven, maar de tumor groeit echter in de tussentijd wel door.
Onderzoek
Om te bepalen of u kanker heeft, is onderzoek nodig. Uw blaas wordt onderzocht met een cystoscopie.
Behandeling
Zolang de kanker beperkt blijft tot de binnenbekleding (niet-invasieve blaaskanker) kan een en ander meestal relatief gemakkelijk worden verwijderd door middel van TURT.
Als na onderzoek van het weefsel blijkt dat de tumor in de spierlaag is gegroeid, dan is een uitgebreidere behandeling noodzakelijk. Soms kan dan volstaan worden met het verwijderen van een deel van de blaas, maar soms, als de tumor te groot is, dan wordt uw blaas via de buik (blaasverwijdering) weggehaald. In bepaalde gevallen kan worden gekozen voor bestraling.
Als blijkt dat de tumor niet in de spierlaag is gegroeid, wordt de patiënt na de TURT vaak nabehandeld door middel van blaasspoelingen; daarbij worden eventueel nog resterende kankercellen opgeruimd.
Omdat blaaskanker geregeld terug kan komen, zijn regelmatige controles gedurende jaren noodzakelijk.
Als de blaaskanker niet behandeld wordt, kan het dieper in de blaaswand doorgroeien, en ook uitzaaien, bijvoorbeeld naar de lymfeklieren. Als het zover komt wordt een behandeling uiteraard moeilijker.