Kwaadaardige tumortjes in de blaas (blaaskanker) worden door een operatie via de plasbuis (TURT) in z’n geheel verwijderd.
Bij meer dan de helft van de patiënten kunnen zij echter terugkeren, waarbij zij soms langzaam kwaadaardiger worden en verder de blaaswand in kunnen groeien. Daarom is het vaak niet voldoende om uitsluitend de tumortjes te verwijderen, maar is het belangrijk te verhinderen dat zij terugkeren. Met behulp van blaasspoelingen is het mogelijk de kans dat deze tumortjes terugkeren, te verkleinen.
Er zijn meerdere middelen die voor blaasspoelingen worden gebruikt. Welk middel voor u het meest geschikt is, wordt door uw uroloog zorgvuldig bepaald. Tevens wordt van tevoren bepaald hoeveel blaasspoelingen in uw geval noodzakelijk zijn. Dit aantal kan variëren, afhankelijk van de aard van de tumortjes en het aantal keren dat u al eerder tumortjes in de blaas heeft gehad.
Vooraf kan uw uroloog geen garantie bieden dat in uw geval de spoelingen op korte of lange termijn succesvol zullen zijn.
Voorbereiding
Het is belangrijk dat, voordat met de behandeling wordt begonnen, de blaas helemaal vrij is van zichtbaar tumorweefsel. Binnen enkele weken na de operatie komt u op de afdeling Dagbehandeling voor de eerste blaasspoeling. Voor elke nieuwe blaasspoeling wordt u gevraagd naar mogelijke bijwerkingen van de eerdere spoeling. Als de uroloog bij u een infectie constateert, wordt de spoeling uitgesteld en wordt eerst de infectie behandeld. Drink zes uren voor de spoeling zo min mogelijk.
Wanneer uw uroloog twijfelt of hij bij de operatie alles heeft kunnen verwijderen, inspecteert hij voordat de spoelingen beginnen, nog eenmaal de blaas (cystoscopie).
Procedure
Door een arts of verpleegkundige wordt een katheter via de plasbuis in de blaas gebracht. Eventueel aanwezige urine wordt uit de blaas verwijderd. Hierna wordt het medicijn als een vloeistof, via de katheter in de blaas gebracht, waarna de katheter weer wordt verwijderd. U moet nu proberen het medicijn tenminste één uur in de blaas te houden. Het is hierbij noodzakelijk dat de vloeistof die in de blaas rondspoelt, met het blaasslijmvlies in contact komt. U kunt wat rondlopen of, indien u liever blijft liggen, afwisselend op de zij of rug draaien.
Nazorg/voorzorg
Wanneer het medicijn voldoende is ingewerkt kan het worden uit geplast. Na de spoeling kunt u het ziekenhuis verlaten. Vermijd huidcontact met de vloeistof. Mannen kunnen beter zittend plassen om morsen te voorkomen. Spoel het toilet goed door. Bij morsen van urine buiten het toilet dient de omgeving goed gereinigd te worden. Eventueel besmette kleding en ondergoed kunnen gewoon in de was. Behalve deze huishoudelijke maatregelen en normale hygiëne hoeven geen extra voorzorgsmaatregelen te worden genomen ten aanzien van kinderen of andere volwassenen in uw omgeving.
Aangeraden wordt om op de dag van de spoeling en de dag daarna geen geslachtsgemeenschap te hebben.
Bijwerkingen
De meeste patiënten verdragen de blaasspoelingen probleemloos. Als er toch bijwerkingen optreden, dan beperken deze zich gewoonlijk tot irritatieklachten van de blaas, zoals vaak aandrang om te plassen, pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en/of plasbuis of moeite met ophouden van de urine. Ook kunt u soms wat bloed of weefseldeeltjes uitplassen.
Vrijwel altijd zijn deze verschijnselen binnen enkele dagen na de spoeling nagenoeg verdwenen. Als dit niet het geval is, dan kunnen zo nodig de symptomen met medicijnen door uw uroloog worden bestreden.
Enkele soorten blaasspoelingen kunnen behalve blaasklachten ook algemene ziekteverschijnselen veroorzaken, zoals (lichte) koorts, koude rillingen, spierpijn en griepgevoel.
Indien dit in uw geval kan voorkomen, dan zal uw uroloog u daarover inlichten. Ook vertelt hij wat u in dergelijke gevallen moet doen. Deze tijdelijke bijwerkingen zijn meestal goed te behandelen.
Controle
Om het effect van de spoelingen te controleren zal uw uroloog regelmatig in de blaas kijken (cystoscopie). Soms worden ook nierfoto’s gemaakt.
Zijn na een jaar controleren geen tumortjes teruggekomen, dan is de kans toegenomen dat u tumorvrij blijft. Maar ook na jaren kunnen weer opnieuw tumortjes in de blaas verschijnen. Het aantal keren dat uw uroloog in de volgende jaren uw blaas controleert, wordt met u afgesproken. Mochten bepaalde spoelingen bij u niet helpen, dan kan gewoonlijk worden overgeschakeld op een ander type blaasspoeling. Ook dit wordt dan met u besproken.
Verhindering of ziekte
Als u door ziekte of andere redenen verhinderd bent uw afspraak na te komen, neemt u dan, liefst zo snel mogelijk, contact op met de afdeling Dagbehandeling, telefoonnummer: 020 – 755 6629. In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden.
Tot slot
Indien u nog vragen heeft, dan kunt u deze altijd aan uw uroloog voorleggen. Deze folder betreft een algemene voorlichting.