Over uw behandeling met chemotherapie wordt uitvoerige voorlichting gegeven door daarvoor speciaal geschoolde verpleegkundigen, tijdens voorbereidende gesprekken. Kijk voor meer informatie op de pagina chemotherapie.
Wanneer chemotherapie?
Bij borstkanker zal altijd geprobeerd worden om de ziekte door middel van een operatie te verwijderen. Dat is in principe de enige manier om volledige genezing te verkrijgen. In een aantal gevallen zal ook chemotherapie (behandeling met kankercel dodende medicijnen), hormonale behandeling of een combinatie van die twee worden overwogen.
- Chemotherapie en/of hormonale behandeling kan in plaats komen van operatie, als de ziekte niet te opereren is. Dat is bijvoorbeeld het geval als er uitzaaiingen zijn geconstateerd. Een operatie van alleen het gezwel in de borst is in dat geval weinig zinvol omdat er daarna nog ziekte aanwezig is in andere organen, bijvoorbeeld lever, longen of botten. In dat geval wordt gesproken van zogenaamde palliatieve (klachtenbestrijdende) behandeling.
- Chemotherapie en/of hormonale behandeling kan ook worden toegediend als voorbereiding op een operatie, dit heet neo-adjuvante behandeling.
- Tenslotte kan het ook na een operatie nuttig zijn om chemotherapie of hormonale therapie toe te passen, dit wordt adjuvante behandeling genoemd.
Adjuvante chemotherapie
In een aantal gevallen kan het nuttig zijn om in aansluiting op een operatie voor borstkanker een nabehandeling met chemotherapie en/of hormonale therapie te geven. Of dat nuttig is hangt onder andere af van:
- de kans dat er toch microscopisch kleine uitzaaiingen in het lichaam zijn verdwenen, ondanks het feit dat iedereen denkt dat de tumor volledig verwijderd is. Die kans wordt ingeschat op grond van een aantal kenmerken van de borstkanker. Erg belangrijk is of in de schildwachtklier of in andere okselklieren tumorcellen worden aangetroffen. Als één of meer okselklieren tumorcellen bevatten bewijst dat dat de ziekte in staat is geweest om kankercellen “weg te schieten”. Gelukkig zijn de okselkieren een soort filters die ervoor zorgen dat die cellen en andere ongerechtigheden uit de borst niet zomaar in het lichaam kunnen verdwijnen. We weten op dat moment alleen niet helemaal zeker of er misschien toch een kankercel in staat is geweest om tussen de klierfilters door te glippen. Zo’n verdwaalde kankercel is vaak op dat moment niet terug te vinden, zelfs niet met de meest gevoelige scans. Pas als die cel is uitgegroeid tot een echte uitzaaiing is die op scans terug te vinden. Het is zaak dat niet zover te laten komen en die verdwaalde kankercel te doden zolang hij nog “alleen” is en nog niet te tijd gehad heeft om uit te groeien tot een meetbare uitzaaiing.
- de grootte van de tumor;
- de snelheid waarmee onder de microscoop de kankercellen lijken te delen. Deze zogenaamde delingsgraad wordt uitgedrukt in drie categorieën, graad I zijn de langzaam delende kankercellen, graag III de sneldelende en graad II is een tussencategorie.
- de leeftijd van de vrouw. Als een vrouw met borstkanker boven de 70 jaar is wordt het effect van chemotherapie duidelijk minder en zijn bovendien de bijwerkingen heftiger. Of aan oudere patiënten met borstkanker nog chemotherapie moet worden gegeven is vaak een afweging die in teamverband wordt gemaakt en daarna uiteraard wordt afgestemd met de wensen en ideeën van de patiënt.
Neo-adjuvante chemotherapie
Soms lijkt de borstkanker wel te verwijderen, maar schat de chirurg in dat dat toch tot problemen zal leiden, bijvoorbeeld als de tumor vrij groot is of als die lijkt vastgegroeid in de huid of in de borstspier. In dat geval kan binnen het mammateam besloten worden om te proberen de tumor eerst met chemotherapie te verkleinen, en daarna alsnog te opereren. Het werk van de chirurg moet op die manier eenvoudiger worden en bovendien geeft dit soms de mogelijkheid om een borstsparende operatie te doen, terwijl in eerste instantie een borstamputatie nodig zou zijn. Als bijkomend voordeel kan de internist-oncoloog tijdens de chemokuren nauwkeurig beoordelen of de tumor slinkt en of de chemotherapie dus effectief is, dit in tegenstelling tot adjuvante chemotherapie die wordt toegepast pas nà de operatie en er dus niets meer te meten valt. Als na deze neo-adjuvante chemotherapie een succesvolle operatie volgt en als de tumor oestrogeenreceptor positief is volgt uiteraard nog 5 jaar adjuvante hormonale behandeling.
Pallatieve chemotherapie
Als er uitzaaiingen van borstkanker zijn geconstateerd of als de ziekte niet door de chirurg verwijderd kan worden is genezing van borstkanker feitelijk niet meer mogelijk. Gelukkig zijn er wel veel methodes en geneesmiddelen beschikbaar om de ziekte terug te dringen en zo lang mogelijk onder controle te houden.
Vaak zal gekozen worden voor palliatieve chemotherpie in plaats van hormonale therapie. Dat is bijvoorbeeld het geval als:
- de tumorcellen oestrogeen-receptor negatief zijn;
- er uitzaaiingen in de lever zitten;
- er snel een effect verkregen moet worden bij uitgebreide ziekte;
- eerdere hormonale behandeling veel bijwerkingen gaf of misschien gefaald heeft.
De behandeling kan worden voortgezet totdat er sprake is van onacceptabele bijwerkingen of als de ziekte toeneemt onder de therapie.