Een epidurale blokkade is een behandeling waarbij een ontstekingsremmend medicijn wordt ingespoten in de epidurale ruimte; dit is de ruimte rondom het ruggenmerg.
Het medicijn kan worden ingespoten ter hoogte van het ruggenmerg zelf (dit is de zogenaamde midline-benadering, waar deze folder over gaat) of in het verloop van een zenuwwortel (dan is sprake van een zogenaamde wortelblokkade; zie hiervoor eventueel de aparte folder getiteld ‘Therapeutische wortelblokkade’).
Het doel hiervan is vermindering van de pijn, om deze als het ware te ‘blokkeren’. De behandeling kan plaatsvinden ter hoogte van de nek, de borstkas, de lage rug of het stuitje.
Belangrijk om te melden
Neemt u altijd (voor uw volgende behandeling) contact op met de afdeling Pijngeneeskunde als één van de onderstaande zaken op u van toepassing is en u deze nog niet heeft besproken met de pijnspecialist. Deze informatie kan belangrijk zijn voor uw behandeling:
- Gebruik van bloedverdunnende medicijnen
De pijnspecialist zal met u bespreken of en hoelang van tevoren u moet stoppen met de medicijnen. - Een (mogelijke) zwangerschap
Tijdens de behandeling wordt gebruikgemaakt van röntgenstralen. Deze zijn mogelijk schadelijk voor het ongeboren kind. - Suikerziekte
- Allergie of overgevoeligheid voor jodiumhoudende contrastmiddelen, jodium, medicijnen of pleister.
De dag van de behandeling
De behandeling vindt plaats in de behandelkamers, locatie C43. Vanaf de hoofdingang volgt u rechts de gele route (31 t/m 50). U meldt zich op tijd bij de balie van het Behandelcentrum, waarna u plaats kunt nemen in de wachtruimte. In verband met het gebruik van röntgenstralen kan een eventuele begeleider niet bij de behandeling aanwezig zijn. Rekent u op een verblijf in het ziekenhuis van ongeveer één uur. Uw begeleider kan tijdens uw behandeling gebruik maken van het restaurant in de hal.
De behandeling
De injectie kan op twee manieren worden toegediend:
- terwijl u zit op de rand van een bed;
- onder röntgendoorlichting, terwijl u op een smalle tafel op uw buik ligt.
De huid wordt verdoofd op de plaats waar u de injectie krijgt. Nadat de pijnspecialist de naald op de juiste plaats heeft ingebracht, worden een verdovingsvloeistof en een ontstekingsremmend medicijn ingespoten.
De behandeling duurt ongeveer 10 minuten. Na de behandeling wordt u naar de pijnafdeling gebracht. Daar blijft u nog ongeveer een uur onder controle van de verpleegkundige. Soms vindt de behandeling plaats op verzoek van de neuroloog. De neuroloog voert dan de nacontrole uit.
Complicaties/bijwerkingen
De volgende complicaties of bijwerkingen kunnen na een epidurale blokkade optreden:
- Een doof gevoel in de benen of schaamstreek. Dit verdwijnt na enige uren als de verdoving is uitgewerkt.
- Tijdelijk krachtvermindering in de benen en/of voeten.
- Soms kan de behandeling tijdelijk wat moeite geven met plassen.
- Bij vrouwen kunnen opvliegers optreden en kan de menstruatie korte tijd verstoord worden.
- De anticonceptiepil is pas na de eerste menstruatie weer betrouwbaar.
- Bij suikerpatiënten kunnen de bloedsuikerwaarden variëren.
- Het ruggenmergvlies kan worden aangeprikt. Dit kan aanleiding geven tot hoofdpijn en duizeligheidklachten. De behandeling wordt zorgvuldig uitgevoerd. Desalniettemin bestaat er een geringe kans op deze complicatie. Houden de hoofdpijn en/of duizeligheid langer dan 2 dagen aan, neemt u dan contact op met de afdeling pijnbehandeling.
- Als een bloedvaatje is geraakt bij het prikken, kan een bloeduitstorting ontstaan. Dit veroorzaakt soms wat pijn.
Naar huis
Na de behandeling mag u dezelfde dag niet zelfstandig aan het verkeer deelnemen. U dient er zelf voor te zorgen dat iemand anders u naar huis brengt.
Weer thuis
Er kan napijn optreden ten gevolge van de injectie. Deze pijn kan enige dagen aanhouden. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen (bijvoorbeeld paracetamol volgens de bijsluiter).
Op de prikplaats wordt een pleister geplakt. Deze mag u ’s avonds of de volgende dag verwijderen. U kunt dan ook weer douchen en baden. Pas na 6 weken tot 2 maanden kan het resultaat van de behandeling worden beoordeeld. De pijnbehandelaar spreekt met u af wanneer hij of zij u wil terugzien op de polikliniek voor controle.
Let op!
De anticonceptiepil is tot de eerstvolgende menstruatie niet meer betrouwbaar! Binnen 5 uur na de behandeling moet u hebben geplast. Als dit niet lukt, moet u (direct na die 5 uur) contact opnemen met de afdeling Pijngeneeskunde of de dienstdoende anesthesioloog.
Vragen?
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Pijngeneeskunde.