U heeft een afspraak voor het maken van een Fibroscan van de lever. Met de Fibroscan meten we de elasticiteit van de lever. Zo kunnen wij zien of er littekenweefsel in uw lever zit.
Fibrose is een ander woord voor littekenweefsel. Alle patiënten met een (chronische) leverziekte kunnen leverfibrose krijgen. Uw arts wil weten hoeveel fibrose er in uw lever zit. Dan kan deze bepaald worden welke behandeling het beste bij u past. Daarnaast kan de fibroscan iets zeggen over mogelijke vervetting van de lever.
De Fibroscan wordt gedaan met een echoapparaat. Het is een heel eenvoudig en veilig onderzoek.
Hoe moet u zich voorbereiden?
U mag vanaf 4 uur vóór de Fibroscan niets eten of drinken. U mag wel heldere vloeistoffen drinken, zoals bijvoorbeeld water of thee (zonder melk en suiker).
Hoe gaat het onderzoek?
- U gaat voor het onderzoek op een onderzoekstafel liggen. De arts of verpleegkundige vraagt u uw buik bloot te maken.
- Hij/zij bepaalt eerst de plaats van de lever door met de vinger op uw buik te kloppen om te bepalen waar de echokop geplaatst moet worden.
- De echokop wordt op de huid van de buik geplaatst en stuurt geluidsgolven naar de lever. Dit gebeurt minimaal 10 keer. Zo krijgen we een betrouwbare uitslag. U voelt de geluidsgolven als een soort tikje. Dit doet geen pijn.
- De geluidsgolven worden omgezet in bewegende beelden.
- De Fibroscan meet hoe snel de geluidsgolven terugkomen. Dat is een maat voor elasticiteit van de lever.
Wanneer krijgt u de uitslag?
- De (voorlopige) uitslag wordt na het onderzoek met u besproken. De arts die het onderzoek heeft aangevraagd bespreekt met u of de uitslag invloed heeft op uw behandeling.