Tijdens de ingreep wordt eerst bij de ingang van de gehoorgang een klein stukje kraakbeen uit de gehoorgang verwijderd. Daarna worden overtollige huid en overtollig weefsel verwijderd.
Vernauwde gehoorgang
Een vernauwde gehoorgang is meestal aangeboren. Door het ouder worden, kan deze vernauwing toenemen. Ook kan een vernauwing ontstaan na een operatie of na een langdurige ontsteking van de uitwendige gehoorgang. Een vernauwde gehoorgang kan klachten geven van ophoping van oorsmeer en/of ontsteking van de uitwendige gehoorgang. Ook kan een vernauwde gehoorgang problemen geven bij het dragen van een gehoorapparaat. Als de vernauwing zich direct aan het begin van de gehoorgang bevindt – bij de overgang van oorschelp naar gehoorgang – dan kan de vernauwing verholpen worden met een gehoorgang verwijdingsoperatie.
Verdoving
Voorafgaand aan de ingreep wordt u plaatselijk verdoofd. Dit houdt in dat u een prik krijgt in het oor. Dit kan even vervelend zijn. Na de prik voelt u geen pijn meer.
De operatie
Tijdens de ingreep wordt eerst bij de ingang van de gehoorgang een klein stukje kraakbeen uit de gehoorgang verwijderd. Daarna worden overtollige huid en overtollig weefsel verwijderd. Hierna wordt de huid gehecht. Dit laatste wordt gedaan zodat littekenweefsel dat ontstaat door de operatie, de opening niet weer kleiner maakt. Na de ingreep wordt een tampon met antibiotica zalf in het oor gedaan. Vervolgens wordt een pleister over het operatiegebied geplakt.
Duur
De ingreep duurt meestal een half uur.
Na de operatie
- Na een week kunt u de tampon zelf uit uw oor halen. U hoeft er alleen maar aan te trekken. Al voelt het vervelend, er kan niets mis gaan. Mocht het even bloeden daarna kunt u dat met een schoon gaasje afdrukken.
- De hechtingen lossen vanzelf binnen enkele weken op. De littekens zijn na verloop van tijd vrijwel niet meer zichtbaar.
- Het is verstandig om gedurende een week na de operatie het oor droog te houden i.v.m. de oortampon. Neem daarom extra maatregelen tijdens het douchen (douchemuts) en het wassen van uw haar (een kopje over de oorschelp en iemand die u helpt).
Risico’s
Aan deze ingreep zijn vrijwel geen risico’s verbonden. Maar zoals na elke operatie kan ook na deze ingreep een infectie of bloeding optreden. Neem in de volgende gevallen contact op met de polikliniek KNO:
- Bij een dik, rood, pijnlijk en kloppend oor.
- Bij koorts (temperatuur hoger dan 38,5°C).
Als het oor na de ingreep wat doorbloedt, is dat niet erg. Het advies is een uur rustig te gaan zitten of liggen, de wond met gazen af te drukken en te koelen met bijvoorbeeld ijsblokjes in een theedoek. Ook kunt u gerust de pleister verschonen of verwijderen. Probeer de oortampon wel te laten zitten gedurende de eerste week.
Bij een aanhoudende bloeding kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO, of buiten werktijden met de Spoedeisende Hulp.
Soms treedt na verloop van tijd opnieuw een vernauwing op. Mocht dat gebeuren, dan kan met dezelfde operatie nog een keer geprobeerd worden dit te verhelpen.
Vragen?
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO (telefoonnummer 020 – 755 7029).