Het gevoel van de knie wordt door 3 zenuwen verzorgt. Deze zenuwen worden de geniculaire zenuwen genoemd. Door bijvoorbeeld artrose of na een knievervanging kan er chronische pijn zijn in de knie.

Bij een genicularis behandeling worden deze drie zenuwen rondom uw knie behandeld. Het doel hiervan is het verminderen van pijn. Om te beoordelen of een genicularis behandeling een geschikte behandelvorm voor u is, wordt vaak eerst een proefblokkade gedaan. De pijnspecialist spuit daarbij “als proef” een verdovingsmiddel in dat kortdurend werkt. Indien dit een goed resultaat heeft, krijgt u een vervolgafspraak voor een behandeling met behulp van medicatie en/of RF-stroom. Dit wordt gedaan onder röntgendoorlichting.

Het doel hiervan is de pijn gedurende enige tijd te verminderen (als het ware te ‘blokkeren’). De duur van de pijnvermindering verschilt per patiënt.

Belangrijk om te melden
Neemt u altijd (voor uw volgende behandeling) contact op met de afdeling Pijngeneeskunde als één van de onderstaande zaken op u van toepassing is en u deze nog niet heeft besproken met de pijnspecialist. Deze informatie kan belangrijk zijn voor uw behandeling:

  • Gebruik van bloedverdunnende medicijnen
    De pijnspecialist zal met u bespreken of en hoelang van tevoren u moet stoppen met de medicijnen.
  • Zwangerschap
  • Koorts (indien u koorts heeft kan de behandeling niet doorgaan)
  • Allergie of overgevoeligheid voor jodiumhoudende contrastmiddelen, jodium, medicijnen of pleister.

De dag van de behandeling
De behandeling vindt plaats in de behandelkamers, locatie C43. Vanaf de hoofdingang volgt u rechts de gele route (31 t/m 50).

U meldt zich op tijd bij de balie van het Behandelcentrum.

U kunt plaatsnemen in de wachtruimte. In verband met het gebruik van röntgenstralen kan een eventuele begeleider niet bij de behandeling aanwezig zijn. Rekent u op een verblijf in het ziekenhuis van ongeveer één uur. Uw begeleider kan tijdens uw behandeling gebruikmaken van het restaurant in de hal.

De behandeling
U gaat op uw rug, op een smalle tafel liggen. De behandeling vindt in principe plaats onder röntgendoorlichting tenzij anders met u besproken. Na de behandeling wordt u naar de pijnafdeling gebracht. Daar blijft u nog ongeveer een uur onder controle van de verpleegkundige.

Complicaties/bijwerkingen
De volgende complicaties of bijwerkingen kunnen na een lokaal infiltraat optreden:

  • Tijdelijke krachtvermindering of een doof gevoel in het lichaamsdeel waar de injectie heeft plaatsgevonden. Dit is het gevolg van de verdoving. Na enkele uren is de verdoving uitgewerkt.
  • Als een bloedvaatje is geraakt bij het prikken, kan een bloeduitstorting (blauwe plek) ontstaan. De blauwe plek trekt vanzelf weg maar kan pijn veroorzaken.

Naar huis
Na de behandeling mag u dezelfde dag niet zelfstandig aan het verkeer deelnemen. Zorg ervoor dat iemand anders u naar huis brengt.

Op de prikplaats wordt een pleister geplakt. Deze mag u ’s avonds of de volgende dag verwijderen. U kunt dan ook weer douchen en baden.

Weer thuis
Na de behandeling van een perifere zenuw kunnen de bestaande pijnklachten eerst verergeren. Dit is van tijdelijke aard. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen (bijvoorbeeld paracetamol volgens de bijsluiter).

Het effect kan meestal pas na zes weken worden beoordeeld. Hiervoor wordt een poliklinische afspraak met u gemaakt. Het is echter goed mogelijk dat u al eerder merkt dat uw pijnklachten minder worden.

Vragen?
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Pijngeneeskunde (020 – 755 7010).

 

Specialismen & afdelingen