Binnenkort kom je naar ons ziekenhuis voor een longfunctieonderzoek. Met dit onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar:
- Hoe je longen werken.
- Hoe groot je longen zijn.
- Wat de inhoud van je longen is, dus hoeveel lucht erin kan.
- Hoe hard je de lucht uit kunt blazen.
Als de dokter dat weet, kan zij jouw klachten beter behandelen. Het longfunctieonderzoek wordt gedaan op de polikliniek longziekten en longfunctie.
Wat gebeurt er bij een longfunctieonderzoek?
Bij een longfunctieonderzoek adem je in en uit door een mondstuk. Dat lijkt op een mondstuk van een snorkel bij het duiken. Het is aangesloten op een computer, het longfunctieapparaat.
Je krijgt eerst een neusklem op je neus om ervoor te zorgen dat je door je mond ademt. Dit voelt een beetje strak, maar doet geen pijn. Je kunt nu niet door je neus ademen. Als de onderzoeken klaar zijn, mag de neusklem weer van je neus af.
Een longfunctieanalist vertelt je steeds wat je moet doen, bijvoorbeeld hard uitblazen.
Wat moet je weten vóór een longfunctieonderzoek?
Als je voor het eerst een longfunctietest doet moet je van tevoren met je longmedicijnen stoppen. Je ouders weten welke medicijnen jij hebt, overleg met hen voordat je iets gebruikt.
Voor ouders/verzorgers
Om een betrouwbaar resultaat te krijgen mag uw kind:
- 8 uur voor aanvang van het onderzoek geen kortwerkende luchtwegverwijders meer gebruiken (onder andere Ventolin®, Bricanyl®, Atrovent® en salbutamol)
- 48 uur voor aanvang van het onderzoek geen langwerkende luchtwegverwijders meer gebruiken (onder andere Serevent®, Foradil® en Oxis®).
- Andere medicijnen (zoals Pulmicort®, Flixotide®, Alvesco® en Qvar®) mogen gewoon gebruikt worden, tenzij uw arts anders aangeeft.
- 48 uur voor aanvang van het onderzoek geen combinatiemedicijnen meer gebruiken (onder andere Seretide® of Symbicort®).
Spirometrie/Flow-volumemeting
We meten de hoeveelheid lucht die je maximaal kunt inademen en uitademen. Daarvoor doen we twee verschillende oefeningen; een snelle oefening en een langzame oefening.
Je zit op een stoel voor het longfunctieapparaat. Bij de snelle oefening vraagt de longfunctieanalist je om zo diep mogelijk in te ademen en direct daarna zo hard en zo lang mogelijk uit te blazen. Bij de langzame oefening blaas je op aanwijzing van de longfunctieanalist rustig alle lucht uit je longen en adem je daarna zo diep mogelijk in. Tussen de oefeningen door mag het mondstuk uit en de neusklem af.
Soms krijg je een medicijn voor je longen dat je luchtwegen wijder maakt. Je wacht dan even in de wachtkamer en daarna doe je dezelfde oefeningen nog een keer om te kijken of met medicijnen je longfunctie beter is.
Hoe lang duurt het onderzoek?
Het onderzoek duurt ongeveer 30 tot 45 minuten.
Vragen?
Als u nog vragen heeft over deze folder, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Kindergeneeskunde, via 020 – 755 7028.