Bij ouderen kunnen mobiliteitsproblemen voorkomen, zoals veelvuldig of zonder duidelijke oorzaak vallen of slechter lopen en bewegen. Zo kan het zijn dat iemand bijvoorbeeld een loophulpmiddel zoals een rollator of stok nodig heeft om te lopen, of dat het veel moeite kost om de trap op te gaan. Slechter lopen en vallen kunnen vervelende gevolgen hebben voor ouderen zoals niet meer zelfstandig boodschappen kunnen doen, maar ook ernstigere gevolgen zoals een gebroken heup of pols.
Mobiliteitsklachten worden meestal veroorzaakt door een combinatie van meerdere aandoeningen, zoals aandoeningen van het bewegingsapparaat, visusproblemen, verminderde balans maar ook hart-en longziekten en afgenomen spierkracht. Medicatie speelt vaak ook een belangrijke rol bij vallen. Het is belangrijk om te achterhalen wat de oorzaak is van een val of mobiliteitsklachten zodat geprobeerd kan worden een volgende val te voorkomen en de mobiliteit te verbeteren.
Door middel van onderzoeken probeert de arts de oorzaak van de klachten te achterhalen. Dit kan onder andere bestaan uit lichamelijk onderzoek, een bloeddrukmeting, een spierkrachtmeting, een hartfilmpje (ECG) en bloedonderzoek. Ook een scan van de hersenen is soms nodig.