Als de nier in zijn geheel verwijderd wordt, heet dit een ‘nefrectomie’. In sommige gevallen behoeft niet de gehele nier te worden verwijderd, maar kan worden volstaan worden met een deel ervan.
Oorzaken
Er zijn verschillende redenen waarom de nier verwijderd moet worden, zoals:
- een gezwel in de nier (nierkanker);
- een niet goed functionerende nier;
- een ernstige nierinfectie.
Nieren
De nieren zijn boonvormige organen die zich in de rug, links en rechts naast de wervelkolom, net onder de ribbenboog bevinden. Nieren produceren urine, bestaande uit water en opgeloste afvalstoffen die op deze wijze via de plas uit het lichaam worden verwijderd. Eén goed functionerende nier is voor een mens ruim voldoende. Het verlies van een nier is dan ook doorgaans geen probleem en u hoeft na de operatie en de herstelperiode uw levenswijze of eetgewoonten niet aan te passen.
Medicijngebruik
Met bloedverdunnende medicijnen stopt u minstens 3-7 dagen vóór de behandeling. U wordt over het tijdstip van stoppen vooraf geïnformeerd. Als u deze medicijnen niet stopt, is uw bloed namelijk te ‘dun’ en gaat de operatie niet door. Eventuele overige medicijnen die u altijd gebruikt, kunt u gewoon innemen.
Voorbereiding
Ter voorbereiding op de operatie wordt in het laboratorium bij u bloed afgenomen voor onderzoek. Als u ouder dan 60 jaar bent, wordt tevens een hartcardiogram gemaakt. Enkele dagen vóór de operatie heeft u een gesprek op de polikliniek Anesthesie met de anesthesist en de verpleegkundige. De anesthesist keurt u goed voor de operatie. Daarnaast wordt nogmaals bloed bij u afgenomen.
Heeft u veel last van obstipatie, dan is het verstandig dit met de arts-assistent te bespreken. Het is niet verstandig hard te persen bij de stoelgang. Vermijd dit ook enkele weken na de operatie.
Vermeld ook indien u thuis geen hulp of verzorging heeft. In dat geval wordt maatschappelijk werk ingeschakeld om voorzieningen te treffen.
Voor het verwijderen van de nier wordt u ongeveer 7-10 dagen in het ziekenhuis opgenomen. Dit is mede afhankelijk van het directe herstel na de operatie.
De operatie
Direct voorafgaand aan de ingreep wordt de huid van de plaats waar geopereerd gaat worden, geschoren. De ingreep vindt plaats onder algehele narcose.
Afhankelijk van de reden voor de operatie zal een dwarse snede links of rechts in de bovenbuik (abdominale nefrectomie) of in de zij (lumbale nefrectomie) worden gemaakt. In sommige gevallen is tevens nog een kleine snede in de onderbuik noodzakelijk. Dit bespreekt de uroloog vooraf met u.
De nier en een stuk van de afvoerbuis (ureter) worden verwijderd en de er aan verbonden bloedvaten worden dichtgebonden. Soms wordt via een aparte snede in de onderbuik ook de rest van de afvoerbuis tot aan de blaas mee verwijderd. Het weggenomen weefsel wordt opgestuurd voor pathologisch onderzoek. Dit onderzoek neemt ongeveer 7-10 werkdagen in beslag en de uitslag ervan wordt doorgaans tijdens de eerste poliklinische controle met u besproken. De operatie duurt in totaal ongeveer 1 uur. Daarna verblijft u nog gedurende enkele uren op de uitslaapkamer.
Na de operatie
Doordat u bij de operatie een buis in uw luchtpijp heeft gehad (intubatie), kunt u de eerste tijd keelklachten hebben en/of hees zijn. In de rug bevindt zich vaak een dunne slang om pijnstilling toe te dienen. U heeft een infuus in de arm of hand om vocht toe te dienen. Als de operatie via de buik plaatsvindt, heeft u een slang in de neus (maagsonde), die het maagvocht afvoert. De uroloog laat een dun slangetje in uw buikwand achter (drain) om overtollig wondvocht af te laten vloeien. Ook krijgt u een kunststof slangetje in de plasbuis (katheter). U kunt dus niet zelf plassen, de urine loopt af via de katheter. De hechtingen worden na 7-10 dagen verwijderd.
Ontslag uit het ziekenhuis
Na het verwijderen van de hechtingen kunt u naar huis. Soms ziet u in de urine weefselflardjes of stolseltjes. Ook kan de urine af en toe wat roodgekleurd zijn. Dit is niet verontrustend. De eerste 6 weken na de operatie doet u rustig aan en probeert u tillen en andere vermoeiende inspanningen te voorkomen.
Bijwerkingen en/of complicaties
De volgende bijwerkingen en/of complicaties kunnen na de operatie voorkomen:
- Bloedarmoede
Door bloedverlies tijdens de operatie kan bloedarmoede optreden en een bloedtransfusie noodzakelijk zijn. - Wondcomplicaties
Complicaties van de wond kunnen onder meer bestaan uit wondinfecties en vochtophopingen in het operatiegebied. Deze complicaties komen overigens niet vaak voor, zijn doorgaans tijdelijk, en goed te behandelen. - Urineweginfectie
Na verwijdering van de katheter kan een blaasontsteking optreden. U krijgt doorgaans een antibioticakuur om dit in de eerste dagen te voorkomen, maar ook later kan een ontsteking optreden. Het is daarom noodzakelijk om anderhalf tot twee liter te drinken, zodat u de kans op een ontsteking in de herstelperiode zo klein mogelijk maakt. - Wondbreuk
Soms kan een deel van het litteken van de wond na enkele maanden erg dun worden, zodat ter plaatse een uitbolling ontstaat. Dit heet een wondbreuk. Zo’n dunne plek geeft meestal geen problemen, maar soms is het nodig om op een later tijdstip de wond inwendig te versterken.
Nacontrole
De poliklinische nacontroles vinden gedurende 2 jaar na de ingreep om de paar maanden plaats. Gaandeweg wordt de frequentie hiervan verminderd.
Tot slot
Als u door ziekte of een andere reden niet op een geplande afspraak kunt komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling Urologie. In uw plaats kan dan een andere patiënt worden geholpen.
Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft over het verwijderen van de nier of aanvullende informatie wenst, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Urologie.