Als gevolg van uw ziekte heeft u uitzaaiingen in het skelet. Deze uitzaaiingen kunnen erg veel pijn veroorzaken. De radioactieve stof Radium-223 of merknaam Xofigo wordt in het aangetaste bot opgenomen en kan daar ter plekke zijn werk doen.

Radium wordt in het lichaam voornamelijk in uitzaaiingen in het skelet opgenomen. Als gevolg daarvan worden deze uitzaaiingen bestraald. Het doel van de bestraling is het vernietigen van tumorcellen en daardoor het verkleinen van de uitzaaiingen. Op deze manier wordt de ziekte geremd, de pijn kan afnemen en kans op botbreuken wordt verlaagd.

Iemand meenemen
Het kan prettig zijn om iemand mee te nemen voor gezelschap, of als Nederlands niet uw moedertaal is. In verband met de behandeling mogen dit geen kinderen onder de tien jaar of zwangere vrouwen zijn.

De voorbereiding
Er is geen specifieke voorbereiding vereist.

Voor de behandeling
Het is belangrijk om goed in de gaten te houden dat uw lichaam en uw beenmerg de behandeling aan kunnen. Dit kunnen we in de gaten houden door bloedonderzoek te laten doen. Uw behandelend arts zal circa één week voor iedere behandeling bloedonderzoek bij u laten doen, zodat deze waarden bekend zijn voordat u voor de radiumbehandeling komt.
Bij incontinentie kunt u gebruik maken van incontinentiemateriaal of urinekatheter.
Uw nucleair geneeskundige vertelt u hoe u om moet gaan met deze materialen gedurende de behandeling.

De behandeling
De nucleair geneeskundige zal u Radium-223 via een ader toedienen. Na de behandeling mag u meteen naar huis. U krijgt in principe eenmaal per vier weken de radiumbehandeling met in totaal zes injecties.

Na de behandeling
De behandeling heeft meestal geen bijwerkingen. In sommige gevallen treden na het toedienen van radium wel tijdelijke bijwerkingen op. U kunt zich misselijk voelen, diarree krijgen en braken. Deze bijwerkingen trekken meestal snel weg.
In de weken na de behandeling kan het aantal witte bloedcellen, bloedplaatjes en het hemoglobinegehalte in uw bloed dalen. U kunt u dat merken als spontane blauwe plekken, verkoudheid, koorts en vermoeidheid. Uw behandelend arts zal de bloedwaarden zo nodig extra controleren, om vervolgens te bepalen hoe het verdere verloop van uw behandeling kan zijn.

Soms worden uitzaaiingen in het skelet door de behandeling gedurende enkele dagen geprikkeld. Daardoor kan tijdelijk een toename van pijnklachten ontstaan. Ook mensen die eerder geen pijn hadden kunnen tijdelijk toch enige pijn ervaren. Als dit optreedt, trekt deze pijn meestal binnen enkele dagen weer weg. Als het nodig is kunt u in deze periode extra pijnstillers gebruiken. De nucleair geneeskundige of uw eigen behandelend arts kan u hierbij adviseren.

De eerste tijd thuis
In de dagen na de behandeling moet u rekening houden met de radioactieve stof die zich in uw lichaam bevindt, en met de straling die daardoor wordt afgegeven.

Stralingshygiëne/leefregels
De straling van radium blijft binnen uw lichaam. U hoeft geen afstand te houden van andere mensen, ook niet van jonge kinderen of zwangere vrouwen.
Radium wordt uitgescheiden door het lichaam, voornamelijk via de ontlasting en een heel klein deel via de urine. Daarom moet u in de periode na de behandeling wel rekening houden met extra maatregelen voor hygiëne en veiligheid.
Wij adviseren u gedurende de behandelperiode voldoende te drinken.

Toiletbezoek
Gedurende een week na behandeling met radium gelden de volgende regels:

  • Bij toiletbezoek moet zittend worden geürineerd, ook door mannen.
  • Het toilet moet 2x achter elkaar worden doorgespoeld.
  • Gebruik altijd toiletpapier, ook bij uitsluitend urineren.
  • Was uw handen altijd met zeep en in de toiletruimte als dit mogelijk is, zodat deurknoppen zo schoon mogelijk blijven.

Omgaan met bloed, ontlasting en urine
Gedurende een week na behandeling met radium gelden de volgende regels:

  • Wanneer u morst met lichaamsvloeistoffen zoals ontlasting, urine, bloed, wondvocht of braaksel moet dit volledig en direct worden opgeruimd. Gebruik hiervoor materialen die door het toilet gespoeld kunnen worden, zoals wc papier. Daarna moet u, of de persoon die u helpt, heel goed de handen wassen.
  • Wanneer lichaamsvloeistoffen op kleding komen, moeten deze kledingstukken direct en apart van andere kleding worden gewassen.
  • In de periode na therapie wordt bij voorkeur geen bloedafname, of onderzoek van ontlasting of urine onderzoek uitgevoerd.

Seksualiteit en zwangerschap

  • Vrijen is gewoon toegestaan tijdens en in de zes maanden na de laatste behandeling. Er moet in deze periode wel een condoom gebruikt worden bij geslachtsgemeenschap.
  • Mannelijke patiënten wordt aangeraden in deze periode geen kinderen te verwekken.

Werkhervatting
In principe mag u meteen na de behandeling gewoon werken. Wanneer u weer kunt werken is verder afhankelijk van het optreden van bijwerkingen, van uw algemene conditie, en van de aard van uw werkzaamheden. Het is zinvol om met uw behandelend arts en met uw bedrijfsarts te overleggen wanneer u uw werk kunt hervatten.

Kans op complicaties
Het aantal bloedplaatjes in uw lichaam kan dalen. Bloedplaatjes zijn verantwoordelijk voor de bloedstolling. Daarom kunt u sneller blauwe plekken krijgen. Verder kunt u last krijgen van diarree, misselijkheid en/of braken.

Naar huis
Na de toediening kunt u direct naar huis.

Controle
Uw behandelend arts zal met u bespreken hoe vaak uw bloed gecontroleerd zal worden.

Verhinderd?
Wanneer het onderzoek niet door kan gaan, is het belangrijk om het onderzoek af te zeggen of te verplaatsen. De onderzoeken die uitgevoerd worden op de afdeling nucleaire geneeskunde zijn namelijk kostbaar en de radioactieve stof wordt speciaal voor u besteld. Wanneer u verhinderd bent, wilt u dit dan a.u.b. 24 uur van te voren aan ons doorgeven?

Specialismen & afdelingen