Ureteroscopie

Een klein steentje in de urineleider wordt over het algemeen vanzelf uitgeplast. Bij een grotere steen, die waarschijnlijk niet spontaan wordt uitgeplast, kan een ingreep nodig zijn. De steen kan worden vergruisd door middel van een niersteenvergruizing en/of verwijderd door middel van een operatie: ureteroscopie.

Soms is de steen in de urineleider zo groot dat de afvoer van urine gehinderd wordt en de nier daardoor beschadigd kan worden. In dat geval wordt vaak gekozen voor een ureteroscopie, omdat dit een sneller resultaat geeft en de urine weer kan passeren. Een andere reden om te besluiten tot een ureteroscopie zijn koliekpijnen (heftige buikpijnaanvallen), die sneller ingrijpen noodzakelijk maken.

Bij een ureteroscopie brengt de arts onder narcose een dun hol buisje (de ureteroscoop) via de plasbuis en blaas in de urineleider. Wanneer de ureteroscoop op de plaats van de steen is, wordt de steen vergruisd en verwijderd met behulp van speciale instrumenten. Ureteroscopie is een veilige operatiemethode dankzij de verregaande ontwikkeling van de instrumenten waarmee wordt geopereerd.

Hoewel er na een ureteroscopie geen uitwendige wond zichtbaar is, wordt ureteroscopie wel beschouwd als een echte operatie. Over het algemeen is een korte ziekenhuisopname gebruikelijk. Soms kan worden volstaan met een dagopname.

Een alternatief voor ureteroscopie om een steen te verwijderen, is niersteenvergruizing (lithotrypsie).